Lesfiche fantasiewerelden
In deze les koppelen we terug naar de persoonlijkheid van Kandinsky. Wanneer hij aan het schilderen was, zat hij in zijn eigen wereld. In die wereld, in dat schilderij, in dat moment, voelde Kandinsky zich het meest comfortabel. Kinderen hebben vaak ook zo'n droomwereld, een fantasiewereld waar ze heen gaan om even weg te zijn van de werkelijkheid.
Leerjaar: 4e of 5e leerjaar
Leerplandoelen:
1.5 Kinderen kunnen de wezenlijke aspecten van dramatisch
spel ervaren:
rol en handeling
tijd en ruimte
2.1 Kinderen genieten van het muzisch handelen waardoor ze
hun expressiemogelijkheden verruimen.
2.3 Kinderen hebben oog voor de uitdrukkingskracht van taal
en beweging in een doe-alsof-situatie.
5.3 Kinderen kunnen bewust de werkelijkheid verbeelden.
6.4 Kinderen kunnen eigen ervaringen en kennis opdiepen om
inhoud en vorm te geven aan een spelscenario.
7.5 Kinderen durven iets met zelfvertrouwen spelen, met of
zonder publiek.
Lesdoelen
De kinderen kunnen hun eigen droomwereld
verzinnen en uitbeelden.
De kinderen kunnen aan elkaar duidelijk maken
wat hun droomwereld is door ze uit te beelden.
Beginsituatie
De leerlingen zitten volop in het project van Kandinsky.
De leerlingen weten dat Kandinsky wegzonk in zijn kunst.
De leerlingen hebben kennis gemaakt met Kandinsky aan de
hand van het boek 'Kandinsky was een Schilder' van Daan Remmerts De Vries.
FASE 1: introductie/ opwarming
De kinderen lopen rond in de klas en de juf geeft instructies: probeer alle hoeken van de klas te gebruiken. Zorg dat er geen enkel plekje van de klas leeg is.
"We zijn allemaal heel blij, want de zomer komt eraan. We lachen breed, hebben zomerse kleren aan en begroeten elkaar met een brede glimlach. Maar oh nee, plots begint het te regenen. We nemen onze paraplu. We doen hem open. Zorg dat je niemand port met je paraplu! En we lopen wat sneller, want we willen geen natte schoenen hebben. We lopen snel binnen in het dichtst bijzijnde huis. We zijn zo moe van het lopen. We doen onze ogen dicht en dromen stilletjes weg. We houden onze ogen dicht. We dromen dat we op de kermis zijn. Oh, kijk daar! De botsauto's! Gaan jullie mee? Niet te hard botsen!!! Oh leuk, het lunapark. We gaan proberen een beertje te vangen. Centje erin ... En op de knopjes duwen. Is het gelukt? Joepie, we hebben hem! Maar oh! Oh nee, het beertje valt net iets te vroeg. Opnieuw proberen dan maar ..."
FASE 2: introduceren van een droomwereld
Weten jullie nog dat Kandinsky graag ontsnapt naar zijn eigen droomwereld? Dat hebben wij zonet ook gedaan. We zaten op de kermis. Dat was eigenlijk mijn droomwereld. Waar dromen jullie van als je naar een fijne plek wil gaan?
- het circus
- de dierentuin
- een kasteel
- ...
Telkens de kinderen een voorstel doen, geeft de juf instructies. Op die manier leren de kinderen uit te beelden waar ze juist zijn.
FASE 3: Een droomwereld uitbeelden voor elkaar
Je eigen droomwereld uitbeelden
De kinderen mogen zich verdelen in groepjes van 2. Ze mogen aan elkaar hun eigen droomwereld uitbeelden. De andere leerling speelt mee en probeert uit te zoeken in welke droomwereld ze zich bevinden.
Een nieuwe droomwereld maken
Ze mogen elkaars droomwereld doen samensmelten en uitbeelden. (Bijvoorbeeld: de dierentuin en een sprookjesbos > de dieren kunnen praten en kunstjes doen.) Ze krijgen 10 minuten om af te spreken wat ze gaan uitbeelden. De andere kinderen mogen proberen uit te zoeken in welke droomwerelden de uitvoerders zich bevinden.
Bronnen
D. Remmerts De Vries. (2010) Meneer Kandinsky was een schilder. Amsterdam: Leopold
Zeppelin:
Crul,K.(2015).Zeppelin, Didactiek voor muzische vorming.Kalmthout:Pelckmans
Cursus MUVO 2:
De Backer, J. Crul, K.(2007). Leergebied muzische vorming Muzische vorming 2. KHM
Cursus hoofdstuk 2:
De Mesmaeker, S.(z.d.). Het Muzisch project 2014. KHM